Tekst Paolo Bouman
Foto Paolo Bouman

COVID-19 stelde de zorgsector voor nieuwe ethische vraagstukken

Dick Willems is oud-huisarts en hoogleraar Medische Ethiek in Amsterdam UMC. Yvo Roos is hoogleraar acute neurologie in Amsterdam UMC en vicevoorzitter van het Regionaal Overleg Acute Zorg (ROAZ), regio Noord-Holland/Flevoland. Met hen praten we over de ethische vraagstukken waarmee de COVID-19-pandemie de medische sector confronteert.

Yvo Roos: "Landelijk hadden we ongeveer 900 operationele IC-bedden, inmiddels zo’n 1.200 en we houden nu rekening met een opschaling naar 1.350. In de politiek werd echter destijds al om veel hogere aantallen geroepen, tot wel 3.000, maar dat getal was - en is nu - absoluut niet haalbaar. Je kunt de bedden wel neerzetten, maar elk bed vraagt een team van medisch personeel, dat er simpelweg niet is."

In april 2020 werden de IC’s overrompeld door COVID-19. Wat was de grootste vraag waarmee men toen te maken kreeg?

Dick: "In Brabant liep het aantal ernstige besmettingen zo snel op dat de angst bestond dat niet iedereen die op medische gronden in aanmerking zou komen voor de Intensive Care, daar terecht zou kunnen. Dat riep de vraag op wie je zou moeten toelaten en wie je toegang zou moeten weigeren. Deze situatie werd op een haar na niet bereikt, maar was heel dichtbij."

Hoe kon dit zwarte scenario worden vermeden?
Yvo: "Dat is bereikt door de planbare zorg uit te stellen ten gunste van de toename van de acute gevallen. Dus ingrepen als een heup- of knieoperatie werden uitgesteld waardoor doktoren en verpleegkundigen uit de planbare zorg konden worden ingezet op de IC’s. Ook medische studenten meldden zich spontaan om mee te helpen. Deze mensen kregen spoedcursussen om voor COVID-19-patiënten in ziekenhuizen te kunnen worden ingezet. Ook huisartsen werkten mee in de thuiszorg en in verpleeghuizen. Door deze omschakeling kon de acute zorg de vraag aan."

Is bekend welke prijs patiënten in de planbare zorg betaalden voor het opschalen van de acute zorg?

Dick: ‘Je kunt de planbare zorg niet eindeloos uitstellen. Dat zal duidelijk zijn. Een deel van de patiënten die planbaar was werd acuut, en landelijk was er sprake van een oversterfte die niet COVID-19 gerelateerd is.’
Yvo: ‘Waarschijnlijk gaat dit om mensen die zelf niet naar de huisarts of het ziekenhuis gingen. Dat kan zijn omdat ze bang waren daar besmet te raken, maar misschien ook om de zorg te ontlasten. Het zou dan gaan om mensen die niet bij de zorg in beeld waren, want voor zover ik weet is niemand in nood zorg geweigerd.’

Afbeelding van Yvo Roos. Hij is hoogleraar acute neurologie in Amsterdam UMC en vicevoorzitter van het Regionaal Overleg Acute Zorg (ROAZ), regio Noord-Holland/Flevoland
Hoogleraar acute neurologie in Amsterdam UMC en vicevoorzitter van het Regionaal Overleg Acute Zorg (ROAZ) Yvo Roos

Hoe gaan we keuzes maken wanneer de grenzen van de zorgcapaciteit worden overschreden?

Yvo: ‘Er is een triageprotocol opgesteld voor wat we Fase 3 noemen. Dit is een door het ministerie van VWS afgekondigde fase waarbij het ons landelijk niet lukt om de acute zorg aan de vraag te laten voldoen. Dus ook niet als je alle planbare zorg hebt stilgezet en iedere zorgmedewerker hebt gemobiliseerd. Die situatie zou kunnen voorkomen in de periode maart - mei als bijvoorbeeld de vaccins te laat komen of de lockdown niet meer wordt nageleefd. Binnen dit protocol worden keuzes gemaakt die je niet van een individuele arts kunt vragen te maken en die bovendien ook strijdig zijn met de eed van Hippocrates die die arts heeft afgelegd.’

Volgens dit Fase 3 triageprotocol worden mensen anders behandeld en wordt hen misschien wel zorg ontzegd vanwege een gebrek aan capaciteit?
Dick: “Dat klopt. Ik heb aan de inhoud meegewerkt. Voor het eerst in mijn leven werkte ik aan iets waarvan ik heel hard hoop dat het nooit wordt gebruikt. Het protocol kan ertoe leiden dat iemand met een hersenbloeding dan bijvoorbeeld niet in het ziekenhuis wordt toegelaten maar naar een verpleeghuis wordt gestuurd. Belangrijk is dat de behandelende artsen die keuze niet hoeven maken. Het triageprotocol wordt uitgevoerd door andere artsen. Zij nemen de beslissing op grond van de informatie van de behandelend arts.”
Yvo: “De zorg is hiermee voorbereid op het maken van keuzes. Dat waren de artsen in Brabant in april 2020 niet. Ze probeerden alles te blijven doen, acuut en planbaar, terwijl ze het einde van hun capaciteit in zicht zagen komen. In andere delen van het land, waar de druk geleidelijker opliep, had men meer tijd zich te beraden. Daar kon men besluiten om de planbare zorg al af te schalen ten gunste van de acute zorg. Voor de veel hardere keuzes die in Fase 3 zouden moeten worden gemaakt, is er nu het protocol.”

Over wie voorrang krijgt in de zorg is, terecht, veel te doen geweest. Hoe kwam het protocol voor Fase 3 tot stand?
Dick: “Het triageprotocol is opgesteld door de Federatie Medisch Specialisten en Artsenfederatie KNMG en besproken met de ouderen- en jongerenorganisaties. Hierbij was een leeftijdscriterium de steen des aanstoots. Dat onderwerp hebben we uitgebreid besproken. Daar is uitgekomen dat als twee patiënten in een gelijke situatie verkeren en er maar één plaats is op de IC, degene die een generatie jonger is voorrang krijgt. Het gaat dus niet om een paar jaar leeftijdsverschil. Ook de ouderenbonden konden zich daarin vinden. Een voorname reden was om iemand de kans te geven om de belangrijke gebeurtenissen in een mensleven te kunnen meemaken.”
Yvo: “Daarnaast was er een sterke medisch-inhoudelijke reden aan te voeren voor dit generatiecriterium. Met voortschrijdende leeftijd krijg je meer co-morbiditeit (zoals hart- en longklachten), waarmee je prognose voor COVID-19 verslechtert.”

Een belangrijk doel van het protocol is om artsen niet voor deze ethische vraagstukken te plaatsen?
Dick: "Dat klopt. Artsen moet je ontheffen van vragen die een enorme druk op hun geweten leggen. Zij moeten hun werk kunnen doen en zich te allen tijde gedekt weten."

Afbeelding van ethicus Dick Willems
Hoogleraar Medische Ethiek Dick Willems

Dick: “Het triageprotocol is opgesteld door de Federatie Medisch Specialisten en Artsenfederatie KNMG en besproken met de ouderen- en jongerenorganisaties. Een leeftijds-criterium was de steen des aanstoots. Daar kwam uit dat als twee patiënten in een gelijke situatie verkeren en er maar één plaats is op de IC, degene die een generatie jonger is voorrang krijgt."

Het aantal klachten dat in 2020 bij het Tuchtcollege binnenkwam is lager dan ooit. Hoe duiden jullie dit?

Yvo: “Het aantal klachten van COVID-19 patiënten is bij ons in Amsterdam UMC vrijwel nihil. Ik heb het afgelopen jaar twee gesprekken gevoerd omdat een patiënt dacht vanwege corona minder goed te zijn behandeld. In die gesprekken vond ik al snel begrip voor onze situatie. Er is in het algemeen veel begrip, maar dat is ook omdat we nog steeds alle acute zorg kunnen bieden. Het enige verzet dat we soms tegenkwamen, betrof de maatregelen in het ziekenhuis, zoals het dragen van een mondkapje of de restrictie dat maar één persoon op bezoek mocht komen. Maar die nare maatregelen probeerden we zoveel mogelijk te verzachten. In de eerste golf lieten we kinderartsen, die het rustiger hadden, bellen met de families om hen op de hoogte te houden nu ze niet op bezoek konden komen. Maar als we Fase 3 bereiken, verwacht ik zeker klachten. Tot nu toe vind ik dat mensen heel volwassen reageren, ook als hun zorg wordt uitgesteld.”

Heeft COVID-19 ook nog iets positiefs gebracht voor de zorgsector?

Dick: “Jazeker, het houden van online consulten kreeg een enorme impuls door het virus. Het roept ook vragen op, waar we nu onderzoek naar doen. Neem het gegeven dat je nu contact maakt met een huiskamer waar meerdere mensen rondlopen. Dat kan zowel bij de patiënt als bij de arts zijn. Hoe ga je daar mee om? Of wat te doen met mensen die minder digitaal vaardig zijn? En is de zorg die je op afstand verleent net zo goed?”
Yvo: “Onze poli Neurologie werkt nu voor 60% op afstand. Onze medewerkers doen dit voornamelijk vanuit het ziekenhuis en gebruiken onze beveiligde systemen. Daar zie ik zeker winst en daar zal een groot deel van blijven, ook na COVID-19.”