Foto Jeroen van der Meyden
Beste lezer,
Het zijn voor ons allemaal, en zeker voor de zorgverleners, vreemde tijden. Als iemand mij vorig jaar rond deze tijd zou hebben gezegd dat we nu nog steeds volop in de beperkingen zaten, zou ik dat niet hebben geloofd.
COVID-19 heeft hoge eisen gesteld aan de gezondheidszorg. Dan gaat het om de organisatie van de zorg, de opvang van het in meerdere golven groeiend aantal COVID-patiënten, het omgaan met de reguliere patiëntenzorg, de schaarste aan middelen en mensen en vooral de morele dilemma’s waarvoor veel zorgverleners zijn komen te staan.
Het zijn ook dilemma’s waar we in de tuchtrechtspraak mee zullen worden geconfronteerd. Twee leden-beroepsgenoten, een ethicus en een vicevoorzitter van het Regionaal Overleg Acute Zorg (ROAZ) reflecteren in dit magazine vanuit de zorgpraktijk op de dilemma’s in de zorg en vervolgens ook in de tuchtrechtspraak.
De situatie met de beperkende maatregelen heeft er in 2020 voor gezorgd dat het aantal zittingen en fysieke gesprekken in het kader van de vooronderzoeken bij de tuchtcolleges sterk terugliep.
Soms bood het (gedeeltelijk) online zittingen doen een oplossing.
Het aantal direct aan COVID-gerelateerde tuchtzaken was in 2020 zeer beperkt. In vergelijking met 2019 werden in het algemeen aanzienlijk minder klachten ingediend. Ik kan nu al wel zeggen dat de instroom in het eerste kwartaal van 2021 alweer beduidend hoger is dan vorig jaar.
Het gezondheidsrecht was ook in 2020 een bijzonder terrein, waar belangrijke ethische kwesties spelen. U kunt denken aan de vraagstukken rond euthanasie, de spanningen die zich voordoen tussen de zich steeds uitbreidende mogelijkheden tot behandeling en de beheersbaarheid van de kosten van de zorg en het dilemma van de geheimhoudingsplicht in relatie tot de toenemende aandacht voor kindermishandeling en huiselijk geweld. In de komende jaren zullen daar vermoedelijk bijkomen de keuzes die in de zorg in verband met COVID-19 moeten worden gemaakt.
Daarmee zijn het gezondheidsrecht en het tuchtrecht nog steeds volop in beweging. Het tuchtrecht dient de kwaliteit van de zorgverlening en compenseert de mogelijke kennisachterstand van de patiënt ten opzichte van professionele zorgverleners. Dit gebeurt door de inzet in de tuchtcolleges, naast juristen, van ervaren beroepsgenoten met voldoende afstand tot de beklaagden. Daarmee is het tuchtrecht een van de uitzonderingen in rechterlijk Nederland: het recht om je handelen te laten toetsen door “jouw gelijken”, volgens de professionele standaarden van de beroepsgroep. Het verslag dat u voor u ziet, beoogt een beeld te geven hoe de tuchtcolleges met deze bijzondere vorm van rechtspraak in het roerige jaar 2020 zijn omgegaan.