Tekst Sandra Genet
Foto Hans Roggen

Martine Moeke en Esmée van der Linde, secretaris van RTG respectievelijk CTG, vertellen over tot de verbeelding sprekende zaken.

Hoe werkt het tuchtrecht? Wat valt er te vertellen over of te leren van de zaken die langs komen? In zowel hun uitspraken als hun presentaties proberen de tuchtcolleges iets mee te geven waarvan de beroepspraktijk kan leren.

Andersom leren de tuchtcolleges ook van hun contacten tijdens presentaties bij studenten, beroepsverenigingen en juristen. “Ik word me er weer meer bewust van hoe overweldigend het kan voelen om op zitting te komen.”

'Er is veel ruimte voor interactie'

Esmée van der Linde, secretaris bij het centraal tuchtcollege, geeft regelmatig presentaties of workshops bij bachelor- en masterstudenten en bij studieverenigingen. “Meestal doe ik dat bij juridische opleidingen en een enkele keer bij de opleiding geneeskunde. Die opleidingsdagen gaan vaak over welke carrièrepaden deze studenten kunnen bewandelen of er wordt specifiek iets georganiseerd over het tuchtrecht.”

esme
Esmée van der Linde, secretaris bij het centraal tuchtcollege.

Kan je een paar voorbeelden noemen van de onderwerpen die bij jou terugkomen?
“Gedragingen in de privésfeer komen heel dichtbij, daarom kan iedereen er zich iets bij voorstellen. Zo probeer ik aan de hand van een aantal zaken uit te leggen of een zorgverlener tuchtrechtelijk kan worden aangesproken. Of wat ook belangrijk is: dossiervoering. Ik leg uit waarom verslaglegging goed bijgehouden moet worden. Enerzijds van belang voor opvolgende artsen, voor het team en de kwaliteit en continuïteit van de zorg, en anderzijds voor het toetsen en verantwoorden van het handelen van de zorgverlener.”

Welk punt wil je in ieder geval bij iedere presentatie meegeven?
“Ik wil ze natuurlijk niet afschrikken, er is een bepaald beeld over het tuchtrecht en de tuchtcolleges. Ze lezen soms al Medisch Contact. Ik hoop ons tijdens mijn presentaties wat toegankelijker te maken, te laten zien dat het goed is dat we er zijn.”

“Ook moeten we als tuchtcollege oog hebben voor hoe het kan voelen om in het beklaagdenbankje te zitten, met zes mensen tegenover je. Dat kan wel intimiderend zijn. Je wordt beoordeeld door vakgenoten. Best pittig. Andersom voor de klager ook trouwens. Die heeft in zijn of haar beleving iets vervelends en overweldigends meegemaakt. De presentaties maken me daar weer meer bewust van.  Aan de ene kant zijn we rechtsprekend, moeten we de klacht wel zakelijk benaderen, maar toch ook kijken waar een gevoelig verwijt dat besproken wordt zich leent voor meer compassie en menselijke benadering.”

Ze vindt het heel leuk om over haar werk te vertellen, en ook om bepaalde heersende beelden en misverstanden weg te nemen. Zoals welke?
“Misschien een iets realistischer beeld dan het stoffige dat vaak bestaat, of dat de bezetting voornamelijk uit oude mannen bestaat. Veel mensen weten ook niet dat de samenstelling van het college tijdens de behandeling van de zaak bestaat uit een combinatie van vakgenoten en juristen. En wat ik ook hoor is de veronderstelling dat de ene arts de andere de hand boven het hoofd houdt.”

Omdat de meeste studenten weinig weten over het tuchtrecht levert dit veel leuke gesprekken op. “Je ontkomt er dan niet aan eerst met wat taaie droge theorie over de Wet BIG te starten, en daarna gaan we los met afgeronde zaken. Er is veel ruimte voor interactie. Een keer kwam ik niet eens toe aan de zaken die ik voor dat publiek had uitgezocht. Op zo’n moment ga ik graag in op vragen zoals ‘Wat als een zorgverlener niet bij de zitting komt? Of als een zorgverlener helemaal niets van zich laat horen?’”

‘Maar je kan toch verliefd worden?’

Secretaris Martine Moeke werkt nu drie jaar bij het regionaal tuchtcollege Zwolle. Net nadat ze begon, kwam het rapport Toekomstbestendig Tuchtrecht uit. Daarin werd het belang genoemd om het tuchtrecht meer onder de aandacht te brengen van bestaande en toekomstige zorgverleners. Dat doen de tuchtcolleges onder andere met presentaties bij studenten en zorgverleners.

martinemoeke
Martine Moeke is secretaris bij het regionaal tuchtcollege Zwolle: "Tuchtrecht is een ander soort recht dan strafrecht."

Martine vertelt dat ze vooral contact heeft met mbo-scholen in de regio voor de opleiding verpleegkundige. “We krijgen verzoeken voor presentaties of voor een presentatie én bezoek aan een zitting. Vooral de combinatie maakt dat het echt gaat leven voor studenten. Een andere collega doet presentaties voor bedrijfsartsen. Zo zijn er verschillende groepen die ons inmiddels ook goed weten te vinden. Soms gaat dat via een opleidingscoördinator, andere keren via een van de leden. Verder staan we natuurlijk ook open voor presentaties aan patiëntenverenigingen om de andere kant van het verhaal te belichten.”

 “We presenteren vooral aan de groepen 3 en 4 van het MBO. Die hebben vaak al volop stage gelopen en daardoor ook een beeld van de praktijk. Een eerste en tweede tuchtnorm bleek best lastig om goed over te brengen, maar met een opzet met praktijkcases breng je het tuchtrecht heel dichtbij de praktijk. Een onderwerp dat we behandelen, is grensoverschrijdend gedrag. Daar zijn natuurlijk ook veel voorbeelden van in het tuchtrecht. Dan krijg ik wel eens te horen, ‘mag dat niet, dit gebeurde toch ná een behandelrelatie?’ ‘En je kan toch verliefd worden?’ Dan probeer ik uit te leggen dat het inderdaad kan voorkomen dat je verliefd wordt op een patiënt, maar dat het erom gaat hoe je daar vervolgens mee omgaat. Ook kunnen we met dit onderwerp naar hun eigen beroepscode in de zorg kijken.”

Welke misverstanden kom je wel eens tegen?
“Soms hebben ze een beeld dat dit strafrecht is. We leggen dan uit dat het om andere rechtspraak gaat dan het strafrecht. We vertellen bijvoorbeeld over de maatregelen die het tuchtrecht kan opleggen. En we kunnen ingaan op vragen die er bij hen leven zoals waarom iemand nog wel als verzorgende mag werken, terwijl diegene als verpleegkundige uit het BIG-register is geschrapt. Verder plaatsen we de 70 of 80 tuchtklachten die over verpleegkundigen worden ingediend in de context van de ruim 200.000 verpleegkundigen die werkzaam zijn in de zorg. Dan is dat maar een beperkt aantal.”

"Een onderwerp dat we behandelen, is grensover- schrijdend gedrag. Daar zijn veel voorbeelden van in het tuchtrecht."

Welke feedback krijg je en kan je meenemen naar het tuchtrecht?
“Dat zit hem toch vooral op leesbaarheid van uitspraken. Tijdens een presentatie laat ik via www.tuchtrecht.overheid.nl zien hoe de uitspraken die we bespreken opgebouwd en gemotiveerd zijn. Vaak krijg ik terug van de studenten dat ze de uitspraken wel erg lang vinden. Ook worden de formuleringen niet altijd even begrijpelijk gevonden. Dat is waardevol om weer mee terug te nemen.

Wat wil je graag aan je tijdelijke studenten meegeven?
“Vooral dat een tuchtklacht niet meteen wil zeggen dat je het niet goed hebt gedaan. Daarmee hoop ik ze  gerust te stellen. En ik hoop ze bewust te maken van hun gedragsregels voordat ze echt aan de slag gaan als verpleegkundige, ook omdat ik zie dat daar in de opleiding niet altijd evenveel aandacht aan wordt besteed.”